Het Gemini Ziekenhuis in Den Helder heeft zijn celkweeklaboratorium gesloten, omdat het een innovatieve behandeling van patiënten met kraakbeenletsel als gevolg van een reeks tegenvallers heeft moeten staken. Dat bevestigt orthopedisch chirurg Rob Benink, die de methode in Nederland introduceerde, tegenover Medisch Contact.
Benink kwam in 2007 bij toeval in aanraking met een Koreaanse methode om kraakbeencellen op te kweken, te vermengen met een gel en als knieprothese terug te plaatsen. Hij nam het initiatief voor het bedrijf Cellteam dat de exclusieve rechten voor de Benelux kreeg, en waarin het Gemini Ziekenhuis een belang nam. Bij de opening van het celkweeklaboratorium eind 2008, waren de verwachtingen van artsen, zorgverzekeraars en patiënten hooggespannen.
Volgens Benink moest Cellteam de activiteiten staken wegens een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Vooral de aanscherping van Europese regelgeving begin dit jaar maakte het moeilijker om een zogenoemde ‘marktautorisatie’ van de Europese toezichthouders voor de behandeling te krijgen. ‘De Koreanen vinden het te lastig om toegang te krijgen tot de Europese markt, en hebben gekozen voor de Japanse en Zuid-Aziatische markt, waar toegang eenvoudiger is.’
Daarnaast, erkent Benink, was er ook sprake van een discussie met zorgverzekeraar Achmea over de declaratie van de innovatieve behandeling. ‘Er bestaat geen diagnose-behandelcombinatie voor. De dbc die er het meest bij in de buurt komt, is die van een knieprothese. Maar Achmea meende dat er sprake was van een oneigenlijk gebruik van die dbc.’ Ook ervoer Benink veel tegenwind van ‘gevestigde belangen’.
De orthopedisch chirurg betreurt het dat Cellteam en het Gemini Ziekenhuis de behandeling moesten staken. ‘Inmiddels zijn 530 patiënten hier succesvol behandeld. Ook de patiëntenvereniging was enthousiast. Bovendien kostte de methode slechts eenderde van wat de standaardbehandeling kost. Hoe kan het dat zo’n mooie techniek de nek is omgedraaid?’ Veilinghuis Troostwijk veilt momenteel de losse onderdelen van het laboratorium.
Overgenomen van: Medisch contact, Mathijs Smit